Historie
Het begon allemaal in het jaar 1902 in Amsterdam. Het sprak niet alleen de kinderen aan, maar ook de volwassenen kregen de smaak te pakken. In 1903 werd de Nederlandse Korfbalbond opgericht en vrij snel ging deze nieuwe sport het land door. In bijna alle grote steden werd na enkele jaren gekorfbald en ook in Overijssel begon het van de grond te komen. Enschede, Zwolle, en Kampen werden gevolgd door de omliggende kleinere plaatsen. Zo werd er in 1911-1915 al gespeeld in Vroomshoop. In 1911 werd in Hardenberg een vereniging opgericht die speelde tegen Vroomshoop en bijvoorbeeld ook tegen Dedemsvaart (aldus de uitgave van Hardenberg en de Hardenbergers). Er werd nog geen competitie gespeeld. Zo nu en dan werden er onderlinge wedstrijden georganiseerd. Het vervoer was per fiets. In 1914 werd de Overijsselse Korfbalbond opgericht. Uit die tijd dateert nog een foto van een Vroomshoops team. In de crisistijd is alles verwaterd. Maar als je eenmaal met het korfbalvirus besmet bent begint het later toch weer te kriebelen. Op 8 mei 1938 werd het huidige T.O.P. (Tot Ons Plezier) opgericht. Dit bleek geen gunstig moment, want twee jaar later hadden onze oosterburen ons land bezet. Van de jaren 1938 tot en met 1945 is dan ook niet veel te vertellen, mede omdat de ledenlijsten en dergelijke om veiligheidsredenen waren vernietigd. De mensen van het eerste uur waren onder andere de familie Tepper van de Tonnendijk, Freek Eggens van de Noorderweg (wagenmaker), mevrouw Benus-Trip. Na de oorlog willen de Nederlanders weer van hun vrijheid genieten. De laatste anderhalf jaar van de oorlog waren namelijk heel heftig geweest. Alle verenigingen gingen, wel met heel weinig middelen, een bloeiperiode tegemoet. De Vroomshoopse jeugd meldde zich spontaan aan en samen met de ouderen, die ook weer tevoorschijn kwamen, werd T.O.P. een bloeiende vereniging. Men speelde op dat moment met 12 teams in de competitie. Er werd nog in drie vakken gespeeld, dus een team bestond uit 6 jongens en 6 meisjes. Dit was voor het toenmalige bestuur een hele opgave want de verhouding boven en onder de 16 jaar was 25/75 procent. T.O.P. was dan ook heel blij dat in Den Ham – Sportvereniging Den Ham 1945, in Kloosterhaar U.N.I. ,in Sibculo K.I.O.S. en in Westerhaar-Vriezenveensewijk S.D.O. werden opgericht, zodat er in de buurt kon worden gespeeld. In de jaren 1950 tot 1953 liep het ledental van T.O.P. flink terug, vooral bij de oudere jeugd en de jongere senioren. Veel betrokken vrijwilligers van de vereniging vertrokken uit Vroomshoop, omdat er voor hen hier geen werk was. Ook studiemogelijkheden waren er niet of nog zeer beperkt. Verder speelde de verplichte militaire dienst een grote rol. Die jongens die onder de wapenen moesten, konden veelal niet elk weekeinde naar huis komen. Soms mocht dat niet en anderen hadden gewoon geen geld voor het vervoer. Veel militairen kwamen na hun diensttijd niet meer terug in Vroomshoop. Dat was een moeilijke tijd voor de vereniging. T.O.P. hield echter het hoofd boven water.
Maar dit was nog niet alles. De pastoor van de Katholieke kerk vond namelijk dat zijn parochianen in eigen kring moesten gaan korfballen hetgeen resulteerde in korfbalvereniging Actief.
T.O.P. moest het op dat moment doen met een heel jong bestuur zonder enige ervaring. Toch hebben die mensen goed werk verricht. Wel kreeg T.O.P. weer te kampen met een tekort aan seniorenleden en werd er geleend van Actief. Er was geen bestaansrecht voor twee korfbalclubs in het dorp, zodoende werd besloten tot een fusie in 1968.
Geld speelde toen ook al een belangrijke rol. Op een gegeven moment was er nog 20 cent in kas. Reden om extra te storten bovenop de contributie. Om die reden werden andere inkomstenbronnen gezocht en ook gevonden. Zo werden er toneeluitvoeringen georganiseerd om de kas te spekken. Deze waren in die tijd erg populair. Ook onder de Toppers waren goede toneelspelers en speelsters. De thuis ingestudeerde stukken werden opgevoerd in het bij de hervormde kerk behorende Ons Centrum en trokken volle zalen. Meestal werden drie uitvoeringen gegeven voor circa zevenhonderd belangstellenden. Door de entreegelden en een verloting werd de clubkas weer gevuld. Later, toen de televisie de intrede deed, werd de animo minder en moest T.O.P. andere acties verzinnen om aan geld te komen. De belangrijkste was de oliebollenactie. Op vrijdagavond vanaf 18.00 uur werd in de toenmalige huishoudschool, begonnen met het bakken van oliebollen. Gedurende de nacht rolden ongeveer 10 000 bollen uit de olie. De toenmalige directrice van de school, mevrouw Bakker, stond in het begin nogal sceptisch tegenover de bezigheden, maar toen ze in de loop van de avond kwam kijken en zag hoe het eraan toe ging, was ze vol lof. Op zaterdagmorgen vertrok de rest van de leden op bakfietsen, die geleend werden van de gemeentelijke plantsoenendienst, om de bollen te verkopen. Het was een ware happening waarmee in een dag en een nacht een mooi bedrag in de wacht gesleept werd. Later kwam de rommelmarkt, die overigens nog steeds elk jaar in juni wordt gehouden. Dit evenement is altijd een succes. Andere succesvolle actie waren de eierenactie met Pasen, de vlaaienactie en de verkoop van chocoladeletters.
In 1973 kocht T.O.P. bij De Vossebos in Wierden een barak, waarin eerder Ambonezen waren ondergebracht. Deze werd met vereende krachten opgebouwd achter de voormalige Julianaschool. Hier heeft T.O.P. geleerd te waarderen wat het betekent een eigen honk te hebben. Begin tachtiger jaren werd T.O.P. door de toenmalige wethouder, de heer Wijnveen, benaderd om de kantine van de sporthal te pachten. T.O.P. ging hiermee akkoord. Dat hield wel in dat zodra de sporthal open was, er barpersoneel van T.O.P. aanwezig moest zijn. In het begin lukte dit prima en de omzet was goed. Gaandeweg verminderde de animo om achter de bar te staan en ook de omzet liep sterk terug. Door torenhoge pacht en hoge energiekosten bleek het runnen van de kantine niet langer rendabel.
T.O.P. verhuisde in het midden van de negentiger jaren naar sportpark De Bosrand. Er waren op dat moment geen financiële mogelijkheden om een eigen kantine bij het veld te bouwen. T.O.P. deelde een aantal jaren met de katholieke voetbalvereniging Sportlust de kantine, die deze club al jaren in bezit had. In 2010 kreeg T.O.P. de kans een eigen kantine te bouwen. Met behulp van bouwer De Groot Vroomshoop en de gemeente Twenterand lukte dit. Reden hiervoor was een crisis in de bouwwereld waardoor er veel mogelijk was. De naam van de kantine werd: ‘t Tophuus.
Naast het sportieve is ook het sociale aspect binnen de vereniging erg belangrijk. Korfbal is een gemengde sport. Veel vriendschappen en zelfs huwelijken werden gesloten.
Op sportief gebied spreekt T.O.P. een stevig woordje mee. In het begin van deze eeuw kende T.O.P. op sportief vlak een bloeiperiode. Zo speelde het vlaggenschip één zaalseizoen op het één na hoogste niveau van Nederland. De C1 nam deel aan het Nederlands kampioenschap en de A1 en B1 speelden meerdere jaren op het hoogste niveau.
Op dit moment speelt T.O.P. op sportpark De Bosrand. Voor zover bekend is de vereniging destijds gestart op een veld nabij café Brinkman aan de Hammerweg. Hier is bij de oprichting ook korfbalvereniging Actief begonnen. Later speelden beiden verenigingen op het veld achter de Hervormde kerk aan de Prinsenkamp. Nog later verhuisde T.O.P. naar het centrum van het dorp. Het natuurgras is inmiddels gedeeltelijk vervangen door kunstgras. In de winter speelde T.O.P. tot 2015 in sporthal De Stobbe. Tegenwoordig speelt de club in sporthal Het Punt. Ondanks de individualisering in de samenleving en het grote sportaanbod in de regio ziet T.O.P. de toekomst rooskleurig tegemoet.